Onze missie

We willen bewust werken aan een liefdevolle samenleving met begrip en respect voor anderen, waar de christelijke waarden beleefd worden.

In een sfeer van vertrouwen willen we ieder kind begeleiden in zijn groei naar een creatieve, weerbare, sociale, kritische volwassene, die in de hedendaagse multiculturele maatschappij kan functioneren op een positieve manier.  Wij willen oog hebben voor de totale ontwikkeling van elk kind en eraan werken met degelijke methodes, aangepast didactisch materiaal, eigentijdse en afwisselende werkvormen, klasgesprekken, kinderforum, wekelijkse aandachtspunten in schoolverband…  .

Dit willen we realiseren in samenwerking met ouders, CLB (centrum voor leerlingenbegeleiding) en andere buitenschoolse diensten.

Daarom vragen de leerkrachten van de leerlingen…​

Respect..

  • voor de mening en het karakter van elke medeleerling,
  • voor andermans schoolgerei, voor het materiële dat de school ter beschikking stelt, de boeken en banken, de gebouwen,

Inzet...

  • om in de klas een sfeer van samenhorigheid te scheppen waaruit iedereen voordeel haalt,
  • om in de klas, de gangen, de speelplaats en de eetzaal proper te houden zodat de zorg voor de natuur ook op school merkbaar is,
  • om een taalvaardige communicatie in Algemeen Nederlands te ontwikkelen alsook een hoffelijke houding tegenover leerkrachten en medeleerlingen,

Positief denken en doen...

  • bij gebed en vieringen in klas- of schoolverband,
  • bij allerlei solidariteitsinitiatieven binnen en buiten de school.

Ons eigen opvoedingstraject

Woord vooraf

Deze visie-tekst is geschreven vanuit het idee van een droom. Wetende dat een droom een ideaalbeeld is in een ideale wereld. 
Dit is wat we graag aan al onze kinderen willen geven, ambitieus genereus.

Misschien niet helemaal mogelijk, maar ook niet totaal onmogelijk!

Een droom:

Sint-Catharina is een school waar iedereen welkom is en ieder zich goed voelt, waar iedereen op zijn ritme kan ontwikkelen  en op zijn maat voor de juiste prikkels en uitdagingen komt te staan, waar van elk kind de kwaliteiten worden ontdekt om het verder te kunnen oriënteren in een leven waar het zich bevestigd en gewaardeerd zal voelen.

Laat de schoolpopulatie een spiegel zijn van de maatschappij waarin onze kinderen opgroeien.  De meerwaarde van deze verscheidenheid is moeilijk te meten, maar we zijn er van overtuigd dat ze er is en alleen maar een verrijkende invloed kan hebben op de levenservaring van onze kinderen.

Graag willen we dat onze leerlingen allemaal een toptijd beleven op onze school. (Uiteraard horen hierbij ook de nodige hindernissen/moeilijkheden.)  Bij het verlaten van onze school zijn onze kinderen voorbereid om verder te kunnen evolueren in datgene waar ze graag in verder kunnen en willen evolueren. Klaar voor nog meer toptijd!

Identiteit Sint-Catharina

Wie zijn we als school?

Katholieke dialoogschool
Sint-Catharina is een katholieke dialoogschool. Met open armen heten we iedereen welkom! Vanuit vele Christelijke waarden worden we geïnspireerd om onze school te organiseren -in een heel diverse maatschappij- tot een plaats waar het fijn is om te zijn/te ontwikkelen/te leren/… 

Context
Sint-Catharina is gelegen in het mooie polderdorp Stabroek vlakbij bij de (grote) haven van Antwerpen. Vele families kiezen generatie na generatie voor Sint-Catharina.  De school is –direct en indirect- verbonden met veel verenigingen in Stabroek: Chiro, parochie, fanfare, kwb, sociale kruidenier, noord/zuid-raad, talloze vrijwilligers (lees-ouders/grootouders/…, fietsbegeleiders, fruit-ouders/grootouders/…).  We investeren in verbondenheid als ware het één grote, fijne familie.  In kleine en grotere acties werken we hier heel gericht aan: o.a. speeltijd activiteiten (spelen met kleuters, spelenkoffer, rollend materiaal, muziek op de speelplaats), open refter, natuurlijke in- en uitstroom, een zeer sfeervol schoolfeest,  ruimte voor creatief spel in ons bosje, voorleesactiviteiten,  leescontainer, …
Sint-Catharina is een school met veel diversiteit, zowel bij de kinderen als bij de  leerkrachten.  We gaan met deze verschillen op een positieve en optimistische manier om.

Evolutie
Sint-Catharina is een  school met een lange traditie, uiteraard wel in een moderne context.  We zijn niet blind voor datgene wat in de wereld om ons heen gebeurt.  Hierdoor zijn we steeds in evolutie.  Vormen van zelfstandig werken, team/co-teachen, vertrekken vanuit ervaringen, ervaringskansen bieden, thematisch werken, … klinken hoe langer hoe minder vreemd in de oren.  Het gebruik van digitale applicaties wordt zorgvuldig geïmplementeerd in de werking.  Anderzijds hebben we ook aandacht voor klassieke en traditionele waarden en vorming. Via deze weg geven we traditie, cultuur, kennis, … door. (=het collectieve geheugen)

Ambitie
Ook in de klassen werken de klasleerkrachten  volgens het principe van de zorgzame/goede huismoeder/vader.  Hierbij trachten we om steeds het allerbeste uit elk kind naar boven te halen. We werken hiervoor in de zone van de naaste ontwikkeling.  Dit doen we door hen uit te dagen, te motiveren, te helpen, …  We leggen de lat hoog voor de kinderen en voor onszelf.  Hierdoor trachten we alle kinderen maximaal uit te dagen/te prikkelen.  De vorming die we bieden heeft als doel om van al onze kinderen goede mensen te maken. Die zichzelf willen/kunnen inzetten voor een hoopvolle toekomst en een betere wereld.

We werken bewust aan een liefdevolle samenleving waarin we elkaar trachten te begrijpen en ieder mens te respecteren. We beleven christelijke waarden en we leven ze voor. Door met respect in dialoog te gaan met elkaar leren we elkaar beter kennen en begrijpen.  Vanuit deze Christelijke waarden heten we iedereen welkom op onze school.

Uit deze reflectie putten we kracht en inspiratie bij onze dagdagelijkse bekommernissen en bij het uitoefenen van een onvoorwaardelijke inzet voor een aangename schoolsfeer en voor de totale ontwikkeling van elk kind.

Hierbij neemt ieder zijn deel van de verantwoordelijkheid op.

We streven ernaar dat de klasgemeenschappen een deel van het geheel uitmaken. Problemen allerhande maken we in de eerste plaats bespreekbaar.

  • Bij het onthaal is er individuele aandacht voor elk kind. Lln., ouders, collega ’s en directie worden begroet.
    Er is contact met de begeleiders van de buitenschoolse opvang.
    We bieden een luisterend oor voor de lln., de ouders,…
  • We beoordelen niet de leerlingen, maar wel hun gedrag
  • Naar aanleiding van situaties die zich voordoen in de loop van de dag, wordt er aandacht besteed aan de volgende waarden :
    – geen ruzie : Kijken wat ongewenst gedrag uitlokt en inzetten op preventie en bewustwording om dit te voorkomen. Daardoor leren je empathisch op te stellen en een verhaal steeds vanuit 2 kanten te bekijken.  Hierbij krijgen kinderen tools aangereikt om het begrip en het meer wenselijk reageren aan te leren. Als leerkracht stellen we ons hierbij zo objectief mogelijk op.  We nemen doordachte, constructieve en kordate beslissingen indien nodig.

– samen delen : het materiaal samen gebruiken, bereid zijn even je beurt af te
wachten. Materiaal uitlenen.
– eerlijkheid : durven uitkomen voor gemaakte fouten, gevonden materiaal aan
de eigenaar terugbezorgen.
– U als leerkracht kwetsbaar durven opstellen.

  • Zorgen voor een vertrouwensband tussen leerkrachten en leerlingen
  • Leren omgaan met diversiteit: We gaan met verschillen op een positieve en optimistische manier om.

-Er is een toename van kinderen uit kwetsbare gezinnen omwille van economische en/of sociale achtergrond (bijv.: de groep anderstalige kinderen uit gezinnen die immigreren vanuit economisch standpunt wordt groter).  Het spreekt voor zich dat we ook voor deze kinderen al het mogelijke doen.

  • Kinderen stimuleren in hun groei naar een goed mens. Hierbij worden we geïnspireerd door een Christelijke visie die we kennen en herkennen in gebed, liederen, verhalen, gesprekken, vieringen, aandacht voor de zieken,..

De ontwikkelingsdoelen voor de kleuterschool en de eindtermen in de lagere school (concreet gemaakt in het zill-leerplanboek) vormen de basis van waaruit met een gerust gemoed kan gewerkt worden.

Het zill-leerplanboek is de leidraad die we hanteren om de ontwikkelingsdoelen en eindtermen te bereiken.  Hiervoor worden o.a. methodes en eigen ontwikkeld materiaal gebruikt. Tijdens de verschillende arrangementen maar ook binnen één arrangement focussen we op verschillende velden (bijv. bewegingsopvoeding tijdens het aanleren van de splitsingen door deze te splitsen in een hinkelparcours, begrijpend lezen tijdens een les metend rekenen bij het doornemen van een recept, …).

In de kleuterschool ondersteunt het hoekenwerk de zo volledig mogelijke invulling van de projectmatig aangebrachte weekthema ‘s. Minstens 3x per jaar werken alle kleuterklassen tegelijk rond hetzelfde thema.
Deze laatstgenoemde projecten worden stapsgewijs door heel het team voorbereid, uitgewerkt en getoetst aan het ontwikkelingsplan.
Door de gradatie van het gebruik van hoeken- en ontmoetingsfiches in kaart te brengen, wordt de samenhang bewaakt.

De ontwikkeling die we bij alle kinderen nastreven is gericht op de totale persoon (hoofd, hart en handen), niet enkel kennis maar ook vaardigheden (met nadruk op sociale vaardigheden) worden getraind. We leggen hierbij de lat voor iedereen op eigen niveau hoog (binnen de zone van de naaste ontwikkeling).

In de lagere school worden de gebruikte methodes geëvalueerd, per leerjaar bijgestuurd en aan het leerplan getoetst. Over deze  bijsturing wordt er op schoolniveau gecommuniceerd. Het zelf ontwikkelde materiaal wordt aan het leerplan gelinkt, geëvalueerd en bijgestuurd daar waar het nodig is.

Een intense samenwerking tussen de parallelklassen en jaarlijkse overlegmomenten tussen de collega ’s van aaneensluitende studiejaren, moeten waken over de continuïteit van onze inhoudelijke aanpak.
Bij de invoering van nieuwe methodes worden de onderwijservaringen met de methode doorgegeven naar de aanpalende studiejaren.

Werkgroepen bewaken de initiatieven op schoolniveau. Als er zijn : kinderforum, eucharistievieringen, grootouderfeest, jeugdboekenweek, voorleesweek, advents- en vastenproject, Damiaanactie, kerstmarkt, schoolfeest, milieupolitie, rapportering, werkgroepen voortvloeiend uit het actieplan, …. Vakoverschrijdende projecten, die verschillende leerplannen aan elkaar linken worden ter implementatie van de leerplannen 2 à 3 keer per schooljaar georganiseerd. Dit kan binnen een leerjaar, binnen een graad, binnen boven- en onderbouw, binnen gans de LS

Buitenschoolse en extra-murosactiviteiten vullen het onderwijsinhoudelijk aanbod aan (sportdagen, netbaltornooi, unihoc, zweminstuif, trefbal, muurklimmen, veldloop, kinderboerderijbezoek, bos- en zeeklassen , theatervoorstellingen, leeruitstappen, sport  na school, …)

Op regelmatige tijdsstippen worden tijdens de speeltijd en/of turnlessen spellen en/of spelen aangeboden, aangeleerd.
Op donderdagmiddag wordt vrijblijvend middagsport georganiseerd. (elke week voor een ander leerjaar)

Logopedisten en kinesisten geven buiten de schooluren, maar binnen de schoolmuren de gepaste behandelingen.

Leerkrachten willen uitdrukkelijk onderwijzen, ze willen dat bepaalde waarden, technieken, vaardigheden en wetenschappen aan de kinderen worden doorgegeven  (=ambitie). Die permanente wil vormt een basis van waaruit op een creatieve manier ontwikkelings- en leerprocessen op gang getrokken worden. De leefwereld van het kind is daarbij zoveel als mogelijk het uitgangspunt.
Gestructureerd overleg tussen de parallelcollega ‘s, zorgbegeleiders, leermeesters, ondersteuners (ON), zorgcoördinator, CLB, therapeuten en ouders zijn hierbij onontbeerlijk.

We streven naar zelfstandigheid door te werken aan zelfredzaamheid

  • Jassen zelf aandoen en veters knopen
  • In alle klassen (behalve bij de 2,5-jarigen) is een takenlijst
  • Zelfontdekkend leren wordt gestimuleerd door het meebrengen van eigen materialen, zelf wegen, zelf meten …
  • Verschillende wekvormen : differentiatie, hoekenwerk, contractwerk, zelfcorrectie, partnerwerk, groepslezen, duo-lezen, toetsen verbeteren per twee, open-deur in parallelklassen, zelfstandig werk.
  • Een onderwerp of project zelfstandig voorbereiden en voorbrengen, alleen of in groep.
  • Zelfstandig zorgen voor een propere school (milieupolitie), afval sorteren

Inspraak en inbreng wordt gekanaliseerd via het kinderforum en kindergemeenteraad. Het kinderforum wordt georganiseerd voor een personeelsvergadering, zodat de relevante items kunnen besproken worden.  De kindergemeenteraad wordt door de gemeente georganiseerd en in de klas voorbereid.  Nadien brengen de vertegenwoordigers ook verslag uit.

Vaste oudercontacten in de kleuterschool (september in groep, november, april en einde schooljaar) evenals de gelegenheid om de juf aan te spreken, elke morgen voor het begin van de lessen bij het afzetten van de kinderen aan de klas.
Vaste oudercontacten in de lagere school (september in groep, November, februari, mei, en einde schooljaar, evenals de overlegmomenten op aanvraag van ouders of leerkracht) moeten zorgen voor open-communicatie-klimaat. In deze communicatie moet het welzijn van het kind centraal staan.

Duidelijke afspraken met de ouders omtrent huiswerk zorgen er mee voor dat de visie van ouders en school op dezelfde lijn komen te staan.

Vlotte overgang van lagere naar hogere (kleuter-)klas wordt bevorderd.
– Expliciet hierbij zijn de drie themadagen in juni.  Het betreft een uitwisselingsproject tussen derde kleuterklas en eerste leerjaar.
– De inleefdag  in het volgende leerjaar op het einde van het schooljaar door heel de school.

Om bepaalde leerprocessen te optimaliseren wordt er een beroep op derden gedaan (lees-, naai-, bib-,verkeersouders, begeleiders bij uitstappen).

Het GOK-beleid richt zich op het opsporen en remediëren van ontwikkelings- en leerachterstanden, de socio emotionele ontwikkeling en de doorstroming en oriëntering van onze kinderen.

Maandelijks komen de lln. van de LS een moment samen om thema ’s, werkpunten rond leefhouding aan te stippen. Op die momenten worden er afspraken, initiatieven vanuit de personeelsvergadering, of vanuit het forum meegedeeld.
De jarigen worden hier gevierd.

Op informele momenten worden door de leerkrachten individuele afspraken doorgezegd (straffen, bepaalde uitzonderingstoelatingen, luizenprobleem, …)  Wat laatstgenoemde betreft, bestaat er een gangbare procedure.

Deze momenten staan los van het zorgoverleg en de MDO-momenten die aan het leerlingvolgsysteem gekoppeld zijn (zie planning zorgcoördinator)

Centraal staat de hulpvraag van het kind.

Het kind dat in eerste instantie extra ondersteund wordt in de groepscontext en wanneer dit onvoldoende blijkt ook nog eens in de individuele context. De verschillende stappen die hierin worden gezet worden nauwgezet bijgehouden in het zorgdossier.  De verschillende fases van het zorgcontinuüm worden hierin opgevolgd.

Dit ondersteunen past in een ruimer kader: het schooleigen zorgbeleidsplan.

De zorgcoördinator heeft hier – omwille van de samenhang en continuïteit –  een coördinerende functie. Het bieden van zorg focust zich o.a. op: opsporen en remediëren van ontwikkelings- en leerachterstanden, de socio-emotionele ontwikkeling, de doorstroming en oriëntering van onze kinderen, inzetten op preventie (préteaching), …

3 contexten van het zorgcontinuüm

  1. de groepscontext (klas):

De begeleiding van de klasleraar in functie van het ondersteunen van kinderen met specifieke hulpvragen in de klasgroep.

Samen zoeken naar aanpakmogelijkheden voor leerlingen met specifieke hulpvragen.

De klasleraar blijft de spilfiguur.

Voorbeelden:

  • helpen bij het ontwikkelen van differentiatiemateriaal
  • uitstippelen van individuele leertrajecten
  • organiseren van vormen van zelfstandig werk
  • begeleiden van contractwerk
  • collegiaal overleg rond het voorkomen en aanpakken van probleemgedrag
  1. De individuele context (leerling):

Begeleiding en/of remediëring van het individuele kind met specifieke hulpvragen voor wie ondersteuning in de klasgroep niet volstaat.

Met eventuele ondersteuning van CLB en/of externe instanties wordt een handelings-gericht onderzoek en een handelingsplan gemaakt.

Hierbij wordt niet voorbijgegaan aan de socio-emotionele ontwikkeling van het kind.

Voorbeelden:

  • individuele remediëringssessies voor een kind met hardnekkige problemen, met aandacht voor de link naar de gevolgde didactiek in de klas
  • in overleg met de klasleraar een intensieve leertraining combineren met het ontwikkelen van aan individueel leertraject voor deze leerling
  • indien nodig gesprekken voeren met leerlingen die niet goed in hun vel zitten en feedback geven aan de klasleraar
  • in samenspraak met de klasleraar een stappenplan ontwikkelen op gebied van werkhouding
  1. het schoolondersteunend gebied (school):

Begeleiding en ondersteuning van het schoolteam bij het uitvoeren van het schooleigen zorgbeleidsplan.

In samenspraak met directie en schoolteam worden zorgverbredende activiteiten op niveau van de structurele werking van de school uitgezet. Hierbij wordt de samenhang tussen alle activiteiten maar ook tussen alle participanten bewaard.

Voorbeelden:

  • voorbereiden van mdo
  • leerlingvolgsysteem coördineren
  • overgangsbesprekingen
  • rapportering naar ouders
  • leerlijnen opstellen i.v.m. werkhouding
  • werken rond sociale vaardigheden

De onderlinge samenhang van deze drie gebieden moet bewaakt worden.

Overlegmomenten tussen de verschillende betrokkenen zijn dan ook heel belangrijk.

Als school kunnen we aan directe hulpverlening doen bij kinderen met specifieke hulpvragen, maar ook preventief werken.

Zorgbreed werken

(vroeg-detectie – begeleiding van ontwikkelingsproblemen bij jonge kinderen )

  • kindvolgsysteem verder ontwikkelen/hanteren
  • gebruiksvriendelijke fiches ontwerpen
  • voor de kleuterleidsters een systeem hanteren/maken om kinderen met problemen te signaleren
  • door boeken, artikels, gesprekken, gerichte observaties, klasbezoeken, nascholingen,… onszelf meer verdiepen in de specifieke noden van de kleuterschool

Zorgverbreding met het buitengewoon onderwijs en ondersteuningsnetwerk als partner.

Werken als team brengt verschillende consequenties met zich mee.
Een samenwerking kan niet opgedrongen worden. Het is nodig om als groep een aantal noden en doelstellingen te erkennen. Binnen deze verzuchtingen moet ieder zich kunnen herkennen. Aan nieuwkomers is het belangrijk deze doelstellingen te melden.
Open communicatie is binnen deze organisatie een sleutelwoord. Niet alleen zoals eerder reeds werd beschreven, namelijk met de rechtstreeks betrokken participanten van het pedagogisch project (titularissen, ouders, zorgbegeleider, zorg- en ICT- coördinator, gymleerkrachten, CLB, ON-begeleiding, pedagogische begeleiders, nascholers, logopedische of andere externe begeleiding), maar ook met partijen die ogenschijnlijk niet in de eerste plaats in het plaatje voorkomen (parochie, vrijwillige medewerkers, onderhoudspersoneel, ouder- en participatieraad, plaatselijk comité, feestcomité, …) Om deze overlegmomenten rendabel te maken moet erover gewaakt worden dat er een continuïteit in terug te vinden is. Dit kan alleen door een planmatige aanpak (timing vooropstellen, verslagen maken …)

Bovendien behoeden we er ons voor dat het communicatieve aspect niet contra-productief gaat werken.

Binnen deze organisatie moet er voldoende ruimte blijven bestaan waarin elk van de leerkrachten zijn eigen ding kan doen en zich goed voelen. Die verschillende eigen(aardig)heden op zich hebben een verrijkende invloed in het groeiproces van deze aan ons toevertrouwde jonge mensen. We zetten in  op verticale en horizontale doorstroming maar met behoud van eigenheid.

Om toekomstgericht te werken moet het nascholingsplan de spiegel van de schoolvisie zijn. Voor ons opvoedingsproject hebben wij duidelijke prioriteiten gesteld. Via de keuze die gemaakt is bij de invulling van ons zorgbeleid, merken we dat wij als schoolgemeenschap aan een zorgzame school timmeren. Dat we deze weg reeds lang ingeslagen zijn, valt op in het overzicht dat terug te vinden is in ons nascholingsplan.
Deze weg is zeker niet de eenvoudigste, maar de uitdaging om op een professionele manier met deze materie om te gaan, blijft ons elke dag dwingen alert te blijven en op een creatieve, positieve, geduldige, constructieve manier te werk te gaan. Bewust van het feit dat deze weg er één zal zijn van vallen en opstaan. Daarom is het zo belangrijk dat ons opvoedingsproject door heel het team gedragen wordt.

De kracht en de wil om hier mee door te gaan vinden we terug in een beroepsspiritualiteit, die op vijf niveaus werkzaam is. (citaat uit het opvoedingsconcept)

-In de persoonlijke beleving en motivatie van de leerkracht.
Je kunt alleen (door)geven wat je bent. De eerste vraag is dan ook :
“Wie ben ik zelf in het onderwijs ? Waar sta ik zelf ? Wie of wat bezielt me ?”
-In de kracht van de pedagogische relatie. Dit is geen zakelijke relatie.
Elk van de leerlingen van harte graag zien en aanvaarden als uniek.
-In de kennis- en cultuuroverdracht.
-In de unieke schoolcultuur.
De invloed van de spiritualiteit geeft een school juist dat vleugje dat haar geen
bedrijf maakt, maar een gemeenschap waar het om mensen gaat.
-Tegenover de grote uitdagingen van de samenleving
Beroepsspiritualiteit wordt hier zichtbaar in basishoudingen zoals solidariteit,
verdraagzaamheid, democratie, multicultureel samenleven…